De dominantietheorie is verouderd. Ik herinner me nog goed toen ik jaren geleden begon met mijn instructeursopleiding. In die tijd gold de regel dat de baas eerst moest eten en dan pas de hond. De baas verliet als eerste het huis en daarna de hond. Als de hond zich misdroeg, werd hij bij zijn nekvel gepakt of gedwongen om op zijn rug te gaan liggen. Gelukkig beseft men nu dat deze aanpak meer kwaad dan goed doet voor de relatie tussen baas en hond. Maar wat is dan wel de juiste aanpak?
In de dominantietheorie is vroeger geanalyseerd hoe wolven in groepen leefden. Aanvankelijk werd dit onderzocht met wolven in gevangenschap, die bovendien vreemden van elkaar waren. Echter, latere observaties van wolven in het wild onthulden dat hun interacties aanzienlijk verschilden van die in gevangenschap. Een wolvenroedel functioneert eigenlijk op een vergelijkbare manier als een gezin. Meestal bestaat een roedel uit een vader, moeder en hun jongen. De pups mogen best eerst eten en mogen zelfs voorop lopen, zodat de ouders hen beter in de gaten kunnen houden. En nee door dit toe te laten probeert de pup niet de macht van zijn ouders over te nemen. Zodra ze volwassen zijn, verlaten ze de roedel om hun eigen gezin te stichten. Het is dus niet nodig om dominant te zijn ten opzichte van je hond om te voorkomen dat hij thuis de leiding neemt.
De hond is geen wolf
Hoewel de wolf en de hond veel gelijkenissen vertonen, bestaan er aanzienlijke verschillen tussen hen. Straathonden, bijvoorbeeld, jagen niet in groepen. Ze jagen zelfs amper en zoeken eerder naar voedsel door de straten te verkennen. Ze bedelen soms zelfs bij de bakker. Dit doen ze liever alleen, omdat ze zo meer gedaan krijgen dan wanneer ze met een hele groep voor de bakkerij zouden wachten. Daarnaast zijn straathonden minder territoriaal. Kleine groepen leven vreedzaam naast elkaar in dezelfde buurt, en eten en slapen in de buurt van andere groepen vormt geen probleem. Jonge honden uit verschillende groepen verkennen vaak samen hun omgeving. In deze groepen is er ook geen leidende 'alfa'.
Dominant gedrag
Grommen, uitvallen naar andere honden en vergelijkbaar gedrag worden vaak als dominant beschouwd, maar dit is niet juist. Dit zijn manieren om te communiceren met anderen als de hond zich ongemakkelijk voelt of pijn heeft in een bepaalde situatie. De ene hond verzoekt de andere om afstand te houden. Honden vermijden conflicten en zullen alles doen om gevechten te voorkomen. Dit gedrag is dus niet bedoeld om dominantie te tonen, maar ontstaat vaak juist uit onzekerheid bij de hond.Ik geef de voorkeur aan het praten over zeker en onzeker gedrag in plaats van onderdanig en dominant. Bovendien betekent zelfverzekerd gedrag niet altijd dat een hond altijd vol zelfvertrouwen is. Zelfs een zekere hond kan momenten van onzekerheid ervaren. Het gedrag van een hond kan dus per situatie verschillen. Het afstraffen van dit gedrag kan ernstige gevolgen hebben. Hoewel het gedrag wellicht stopt na bestraffing, verdwijnt daarmee niet de pijn of angst die de hond mogelijk voelt. Door straf kan de hond de volgende keer direct overgaan tot bijten, omdat het grommen als ongewenst gedrag wordt gezien. Het kan zelfs leiden tot zelfverminking of aangeleerde hulpeloosheid, waarbij de hond niet meer uit eigen initiatief handelt en mogelijk depressief wordt. Dit kan gezondheidsproblemen veroorzaken doordat het immuunsysteem aangetast wordt, met risico op infecties, allergieën en in extreme gevallen zelfs de dood.
Help je hond
Het is essentieel dat je je hond begrijpt en zijn communicatie begrijpt om hem te kunnen ondersteunen in lastige situaties. Door je hond te helpen in plaats van te straffen, zal het vertrouwen van de hond in jou groeien. Dit versterkt jullie band en helpt gedragsproblemen te verminderen, waardoor je hond beter met alledaagse situaties kan omgaan. Bijvoorbeeld je hond valt uit naar andere honden. Dit is vaak geen dominantie maar angst. Wanneer je de signalen van je hond herkent bijvoorbeeld het vertragen in zijn lopen dan kun je optijd ingrijpen door bijvoorbeeld de ruimte te geven om weg te komen door bijvoorbeeld de straat over te steken zodat uitvallen niet nodig is
Reactie plaatsen
Reacties